Winkelen bij AaBe in Tilburg

Herinneringen van weleer maken nieuwsgierig naar de transformatie in de toekomst. Nou klinkt dat wat cryptisch, maar bij AeBe is dat voor mij het geval. AaBe staat voor mij voor kriebelende dekens in militair grijs op het logeerbed bij mijn grootvader in Apeldoorn. Opa was oud beroepsmilitair en die militaire dekens hoorden daar vanzelfsprekend bij. Ik ken ze met het embleem met een rendier in Lapland.

Nu ik weet dat die dekens in de AaBe fabriek in Tilburg zijn geproduceerd, begrijp ik niet veel van de rendier. Een aantal jaar geleden heb ik eerst bewust de fabriek gezien, toen al reeds gesloten. De fabriek, gelegen In Piushaven, wordt op dit moment herontwikkeld in een woonboulevard. De tweede fase wordt nog voor de zomer opgeleverd waarna met de laatste fase wordt gestart. Medio 2017 moet het geheel gereed zijn.

img_2609

De wollenstoffenfabriek werd in 1929 opgericht door Adolf van den Bergh, vandaar de naam AeBe. De fabriek ontwikkelde zich goed op deze plek en in 1961 werd een nieuw kantoorgebouw toegevoegd. 1996 ging AaBe failliet. Waar ooit 1200 mensen werkten en ten tijde van het faillissement 135, eindigde de productie hier. In 1999 kreeg het grootste deel van het oude fabriekscomplex en de schoorsteen het predicaat Rijksmonument. In 2000 werd het complex gekocht door Bouwinvest, een pensioenfonds dat in vastgoed belegt. Zij hebben het plan ontwikkeld om het te transformeren naar een hoogwaardig winkelcentrum en regelden ook de omgevingsvergunning. Maar door de wijziging van het eigen beleid, paste het niet meer in hun portefeuille. Zij verkochten het in 2013 aan de kleine ontwikkelaar Rialto Vastgoedontwikkeling. Zij hebben de plannen verder uitgewerkt met architect Rijnboutt bv en verkopen het project gefaseerd aan een internationale belegger. Er zijn niet veel voorbeelden van een transformatie van een monumentaal fabriekscomplex naar een woonwinkelcentrum en dat is begrijpelijk. De woonboulevards in het land zijn vaak grote dozen, architectonisch niet heel bijzonder. Het huisvesten van bijvoorbeeld een Leen Bakker in een monumentaal bakstenen gebouw met grote ramen is geen vanzelfsprekendheid. De ramen hebben voor het winkelconcept weinig toegevoegde waarde en de stellingen moeten in de winkel worden geplaatst. Wie wil zien hoe je dat oplost, moet maar een keer gaan kijken. De grote sheddaken die zo kenmerkend waren voor de oude fabriek, worden in de nieuwbouw ook gebruikt. Erg prettig is de verbinding die tussen alle delen van het centrum is gemaakt. Van de nieuwbouw met parkeerdek kun je onder een droogloop – geplaatst op delen van de oude gevel – naar de grote hallen. Deze binnengang van de oude fabriek komt uit op een nieuwe droogloop en eindigt in de andere nieuwbouw aan de Wethouder Baggermanlaan. De kroon op het project zal de horeca zijn in het oude ketelhuis. Dat laat nog even op zich wachten, maar zal zeker de moeite waard zijn. Wie hiervan wil leren, kan dat doen bij de NRP Academie. Kees Schipper van Rialto is een van haar docenten op 22 september as.

 

deze column is gepubliceerd op

Delen: