Prikkelend afscheid van meester Friso

Zoals gebruikelijk vergaat de wereld van de bouw twee keer per jaar. Eén keer voor de bouwvakantie en één keer voor de kerstvakantie. Een bijzonder fenomeen, want de wereld ligt dan vervolgens weken stil om dan weer verder te gaan waar het was gebleven. En in deze drukke periode heeft prof. Friso de Zeeuw van TU Delft zijn uittreerede gehouden. Het was in het auditorium niet te zien, veel mensen hadden de moeite genomen om hierbij te zijn. En dat was niet voor niets. Hij heeft zijn reputatie en de titel van zijn rede ‘Zo werkt gebiedsontwikkeling zonder voodoo’ aller eer aan. Ik, en ik niet alleen, heb me enorm vermaakt.

Gedurende zijn ruim 10 jaar durende hoogleraarschap heeft hij de meest bijzondere periode van gebiedsontwikkeling meegemaakt. Van nauwelijks bestaand of erkend naar gemarginaliseerd in de crisis om nu in een revival terecht te komen. Aan de hand voor voorbeelden door het hele land, laat hij zien wat deze periode heeft betekend voor een aantal gebiedsontwikkelingen. Waarbij opgemerkt dat alle gebiedsontwikkelingen langer duren dan zijn hoogleraarschap. Hij bracht ons dit jaar met de NRP Academie naar Breda waar hij met de wethouder een lezing heeft verzorgd over het Havenkwartier. Naar zijn mening is de nieuwe vorm van publiek-private samenwerking – de joint venture ultralight – een vorm om het tot het einde van de gebiedsontwikkelingen vol te houden. De kernmerken van deze DAT (developing apart together) gaat uit van versnipperd eigendom en animo om te investeren. Men wordt het eens over het programma en de functiemix op hoofdlijnen, de dichtheid, de bouwhoogte en de openbare ruimte. Er zijn afspraken over de kostenverdeling en de fasering van zowel private als publieke investeringen en over marketing en promotie. En niet onbelangrijk: men gaat uit van de participatie van bewoners en bedrijven. En dan hoop je dat je voldoende flexibel bent voor veranderingen tijdens de rit.

Wat zet Friso zich af tegen modieuze prietpraat. Er is helemaal geen gebiedsontwikkeling nieuwe stijl zoals het ministerie van I&M het meldde en ook geen versie 3.0. Er zijn geen nieuwe verdienmodellen en de spelers die men veronderstelde te gaan vinden in gebiedsontwikkelingen zijn er nog niet te vinden. En alle kreten dat de woonwensen dramatisch zullen veranderen, dat er enorme behoefte is aan tiny houses, urban farming en dergelijke, schuift hij als kortstondige modes terzijde. Ook worden waarschuwingen gegeven om op te passen voor de hoge priesters van circulaire economie, verandering van tijdperk (‘chronocentrisme’) en innovatie met hun van hoogmoed druipende illusies.

Een klein beetje zorgen maken, doet Friso wel. Gaat de gebiedsontwikkelaar echt goed luisteren naar de gebruiker is een van die punten? Het wonen is naar zijn mening heel stabiel en de vraag hoeft niet dramatisch te worden aangepast op de 0,5% hipsters die met het ouder worden ook verburgelijken. Maar ook of we vast kunnen houden wat we hebben geleerd van de crisis. De organische gebiedsontwikkeling is een van de lessen die toen boven is komen drijven, maar moet dat nu superieur worden verklaard? De lessen die we vast moeten houden zijn de flexibele planvormen zonder vastomlijnd beeld; in zijn woorden ‘de fusie tussen plan en bestemmingsplan’. Met lede ogen ziet hij dat de winst die zijn Ontslakkingsprogramma heeft geboekt, nu na de crisis snel vervliegt. De beleidsmachines maken weer overuren en dit wordt allemaal over ons heen gestort. De lange duur van de totstandkoming van de Omgevingswet stemt hem ook triest en hij verzekert de zaal hier ook als emeritus hoogleraar aandacht voor te blijven hebben.

Met de vraag naar een miljoen woningen, blijft er voorlopig genoeg te doen voor de gebiedsontwikkelaars. Er is behoefte aan leiderschap en goede gebiedsregisseurs, aan mensen met masculiene en feminiene eigenschappen, professioneel en met compassie en met lef om door de bureaucratie heen te sturen. Hopelijk onder de bezieling van zijn opvolger, die helaas de titel praktijkleraar niet meer mag dragen. Het evenaren van het beeldend taalgebruik wordt wel een hele lastige opgave, want daarin is Friso uniek.

Een handboek voor studie en praktijk laat hij na voor de gebiedsontwikkelaars en iedereen in het veld met de titel ‘Zo werkt gebiedsontwikkeling’. Elke aanwezige mag een exemplaar mee naar huis nemen, met recht een cadeau zo in deze december maand. En dan hebben we ook wat te doen als we de acties onder hoogspanning hebben afgerond en dan de vrije maar ook zo donkere dagen voor en na kerst ingaan. Rest ons weinig meer dan Friso voor alles enorm te bedanken.

deze column is gepubliceerd op

Delen: