Een nieuw leven voor het Anatomiegebouw in Utrecht

Eigenlijk kom ik elk monumentendag tijd te kort. Je kijkt op de website bij de stad of streek die je wilt bezoeken en ziet wat je allemaal op die dag kunt bezoeken. Bij NRP hebben we het genoegen veel monumentale projecten te mogen zien, onder andere via de prijsvraag NRP Gulden Feniks. Nu had een goede vriend van ons aangekondigd een lezing te geven in een gebouw waarvan hij de transformatie en restauratie had ontworpen, dus werd het Utrecht dit jaar. Veel universiteitsgebouwen waren opengesteld, een mooie kans om ze nu van binnen te bekijken.

Ik verwacht dat maar weinig mensen het Anatomiegebouw kennen. Het ligt aan de Biltse Grift aan de rand van de binnenstad. In 1921 ontwierp de architect Joseph Crouwel het gebouw dat we nu kennen als Anatomiegebouw, in de Amsterdamse Schoolstijl. Het veel bekender postkantoor aan Neude van zijn hand, was net gerealiseerd. Anatomie werd beschouwd als de basis voor veeartsenij en dat werd hier gedoceerd. Er is onder andere een groot Anatomisch Theater voor colleges Veterinaire Anatomie, een snijzaal voor natte practica en een microscoopzaal. In het ontwerp van het pand is overal rekening mee gehouden: speciale luchtcirculatie zorgt voor frisse lucht en een lift maakt het mogelijk om ook grotere dieren het Anatomisch theater binnen te brengen voor het geven van colleges. Passend in de stijl van de Amsterdamse school zijn er prachtige baksteendetails met apart gebakken stenen, ornamenten in de vorm van dierkoppen in natuursteen en glas in lood ramen in het trappenhuis maar ook als overkapping van het atrium. Vanuit de zaal deelt een veearts zijn herinneringen aan de lessen in dit gebouw en meldde hij dat het Anatomisch Theater veel te klein was voor het grote aantal studenten.

Op 2 januari 1984 vertrok de faculteit naar de Uithof en de gebouwen aan het Veeartsenijpad gekregen verschillende nieuwe bestemmingen. De voormalige hondenstal werd restaurant; in de manege werden toneelvoorstellingen gegeven. Het bood vervolgens onderdak aan een toneelgezelschap en een groot deel van de begane grond was nog in gebruik als kinderdagverblijf. De gemeente besloot in 2015 het gebouw te verkopen.

De familie Tesink is de koper van het gebouw en heeft de architect Marcel Martensen gevraagd om het ontwerp te maken. De nieuwe functies van het gebouw liggen voor een deel in de lijn van het verleden: een nascholingsopleiding voor veeartsen. Daarvoor konden het Anatomische Theater en de snijzaal worden ‘behouden’ en werd de kantine in de kelder nu het restaurant. Verder is het bijzonder dat deze functie is gecombineerd met huurwoningen (maximaal 80m2 groot).

In het ontwerp is ingezet op een minimale belasting van het gebouw en een maximaal rendement van bestaande kwaliteiten. Belangrijke oorspronkelijke hoofdstructuren worden in ere hersteld en zowel het interieur als het exterieur zijn grondig gerestaureerd en gerenoveerd. Hierin is gekozen voor de ‘sfeer van toen’ naar de ‘standaarden van nu’. Allereerst werd het gebouw ontdaan van alle tussentijdse verbouwingen zodat de karakteristieken weer goed konden worden ervaren. Zo is de collegezaal in ere hersteld, maar wel overeenkomstig met de standaarden van hedendaags onderwijs. Er is een bank eruit gehaald zodat mensen nu voldoende beenruimte hebben en er zijn nieuw stoelen geplaatst.

Marcel Martensen heeft enorme waardering voor zijn opdrachtgever die voor kwaliteit bleef gaan. Zo is het monumentaal glas in de kozijnen niet vervangen voor zwaar isolerende beglazing om de huidige detaillering te respecteren. Het glas in lood in het plafond van het atrium is er volledig uitgehaald en is hersteld. Zo kon de bovenliggende dakconstructie echt goed worden gerestaureerd. Al het glas is gereinigd en opnieuw in het lood gezet. Een arbeidsintensief en duur traject, maar zeer de moeite waard omdat het sfeerbepalend is in de entree. Marcel kijkt met plezier terug op de samenwerking van alle partijen bij de uitvoering.

Te doen gebruikelijk zou een architect alles uitwerken in tekeningen en bestek. Maar bij zo’n gebouw is dat nagenoeg niet te doen. Er is gekozen om met een bouwteam te werken waarbij er geen hiërarchische organisatie was. Bovendien levert het overleg met de deskundigen op locatie de mogelijkheid om met elkaar naar creatieve en haalbare oplossingen te zoeken. Het feit dat het kantoor van Marcel op loopafstand is gelegen, maakte dat wel makkelijker.

Deze transformatie is voor mij een mooi voorbeeld van hoe het kan. De combinatie van functies, het respect van de opdrachtgever en architect voor de kwaliteiten van het bestaande gebouw, de kwaliteit van de uitvoering. Een mooi project om de NRP Academie naartoe te gaan brengen om nog meer mensen te inspireren. Dat gaan we dus doen.

 



deze column is gepubliceerd op

Delen: